Navigation
Keine |

Verwoesting en vernietiging

Mittelalter

Vernietigingen door brand waren ook vaak een gevolg van oorlogen die Sankt Vith tot in het recente verleden hebben geteisterd.

Hertog Wilhelm van Jülich, een bondgenoot van de Franse koning, brandde de stad af in 1543. Als deel van de Spaanse Nederlanden werd het Luxemburgse land, ook het gebied rond Sankt Vith, in de oorlogen van de 16de en 17de eeuw door plunderende en moordende bendes geteisterd.

De stadskroniek van Sankt Vith bericht in dit verband over een overval door Filip van Nassau die op de avond van 17 januari 1593 met 1200 ruiters en 500 man voetvolk door een opengelaten stadspoort de stad wou binnendringen.  Door het beheerste optreden van een geestelijke genaamd Filip Viltz kon deze poging verijdeld worden. Negen jaar later (1602) dook de Hollandse strijdmacht onder leiding van Ludwig van Nassau opnieuw op voor de toren van Sankt Vith en dreigde eveneens met een vernietiging indien het losgeld niet betaald werd. De bevolking van Sankt Vith betaalde de som en verhinderde hierdoor dat naast de vernietiging hun stad ook zou worden overgeleverd aan de vlammen.

In de loop van de driejarige oorlog werd Sankt Vith in 1632 door Hollandse troepen overvallen en geplunderd. Bovendien kostte de in de navolging van de oorlog uitgebroken pestepidemie, in Sankt Vith evenals in de nabijgelegen plaatsen, talrijke mensen het leven.

De vrede van Westfalen (1648), die de driejarige oorlog beëindigde, bracht echter nog geen vrede.

Meermaals viel de Franse koning, Lodewijk de 14de de Spaanse Nederlanden binnen. Sankt Vith werd in 1675 door Franse troepen geplunderd, geldsommen werden afgeperst en vermogende burgers werden gegijzeld. In het jaar 1684 lukte het Frankrijk zijn heerschappij in het Hertogdom Luxemburg te vestigen, nadat de Luxemburgse vestiging zich had overgegeven aan het garnizoen.

Het jaar 1689 is, zoals het jaar 1944, een jaar van verwoesting van de stad geweest.

In de oorlog tegen het Duitse Rijk en de Nederlanden beval Lodewijk de 14de alle vestigingen aan de grenzen van de vijandelijke gebieden te slopen. De vesting Sankt Vith viel dan ook ten prooi aan zijn politiek van ‘de verbrande aarde’. Ze werd in maart gesloopt.

De complete vernietiging vond plaats op 5 september voortgezet, toen de stad door ‘Franse moordlustige bendes’ in puin en as werd gelegd.

De opbouw was nog aan de gang of bijna afgerond, toen een nieuwe catastrofe de stad 6 jaar later verwoestte: een nietsontziende stadsbrand verwoestte de nieuwgebouwde huizen en bracht de inwoners opnieuw in een noodtoestand.

In het verloop van de Spaanse Successieoorlog (1702) werd Sankt Vith door Duitse Huzaren overvallen en geplunderd. In de Vrede van Utrecht (1713) werd de Spaanse Successieoorlog beslist en het Hertogdom Luxemburg, dat weer door Franse soldaten bezet was, werd bij Oostenrijk gevoegd.

Bildergalerien