Navigation
Keine |

Wereldoorlogen en de ‘petite farce belge’

BüchelturmNa de eerste wereldoorlog waarvan 57 burgers van Sankt Vith niet terugkeerden, werden de Pruisische districtssteden Eupen en Malmedy door het Verdrag van Versailles aan België toegewezen.

Door middel van een ‘volksbevraging’ (1920) die als ‘petite farce belge’ de geschiedenis inging, werd ‘vastgesteld’ dat de meerderheid der bevolking tot België wilde behoren.  Van de over 33.000 stemgerechtigden hadden zich namelijk slechts 271 personen ingeschreven en hiermee ervoor gestemd bij Duitsland te blijven. Deze personen ervoeren dus allerlei repressies en vitterijen van de Belgische overheid. Als gevolg van deze ‘volksbevraging’ werd veel Duits treinpersoneel van Sankt Vith naar Möderath getransfereerd, waarbij door de overheid geen inachtname van de jarenlange familiale en vriendschappelijke relaties werd genomen.

Na een vijfjarige overgangstijd (Gouvernement Baltia) werd het gebied van Eupen, Malmedy en Sankt Vith in 1925 definitief bij de Belgische deelstaat gevoegd. De wissel van het vaderland viel voor velen, zoals verwacht, zeer zwaar al boden gunstige economische omstandigheden een mogelijkheid met deze nieuwe situatie in het reine te komen. Een groeiende bevolking en sterke bouwactiviteiten in de tussentijdse oorlogsjaren getuigen van een economische welvaart die na de wereldwijde economische crisis (1929) vertraagde.

Na de intocht van de Duitse troepen op 10 mei 1940 werd het gebied van Eupen-Malmedy-Sankt Vith onder bevel van de Führer bij het Nationaalsocialistische Duitse Rijk gevoegd en meegezogen in de onlusten van de Tweede Wereldoorlog. De andere Nationaalsocialistische organisaties van het Rijk rekruteerden ook hier leden. Vele dienstplichtigen moesten hun dienst met tegenzin bij de Duitse strijdkrachten (Wehrmacht) verrichten, wat hun na het einde van de oorlog tot verraders van de Belgische staat maakte.

De eerste gevolgen van de oorlog ondervond Sankt Vith op 9 augustus 1944, toen de kerk en het station door bommen verwoest werden: zes mensen verloren daarbij het leven. Op 3 september kwam het bevel tot evacuatie dat de meeste inwoners werd opgevolgd. Ze verlieten de stad met een zwaar hart in de richting van Hannoversch-Münden en Dransfeld. Midden september bezetten de Amerikanen de stad en de Belgische overheid nam het bestuur over. Op 16 december begon het Ardennenoffensief onder andere met het bombardement van Sankt Vith. Doch de inname van de stad faalde en verijdelde hiermee het ganse offensief dat zich tot een oorlog van posities ontwikkelde. Voor Kerstmis trokken wederom Duitse krijgsmachten Sankt Vith in.

Op beide Kerstdagen brak dan de catastrofe in Sankt Vith uit: geallieerde bommenwerpers legden de stad in puin en as; 153 burgers van Sankt Vith en meer dan 1000 soldaten kwamen alleen al op deze twee dagen om het leven; bijna 600 gebouwen werden verwoest of zwaar beschadigd (meer dan 90%).

Niettegenstaande deze tragische gebeurtenis bouwden de burgers van Sankt Vith hun stad op dezelfde plaats weer op. Het puin van de gebombardeerde stad werd tot de ‘Millionenberg’ gevormd en het leven begon in de noodwoningen van de ‘nieuwe stad’ vanaf 1946 te herleven.

De heropbouw duurde tot in de jaren 60: het ziekenhuis (heropening in 1953), de kerk (in 1959 ingewijd), de scholen en natuurlijk de vele privé gebouwen werden opnieuw gebouwd en heelden zo de door de oorlog gemaakte wonden. Sankt Vith ontwikkelde zich weer tot een bedrijfscentrum van de nabije en verdere omgeving. Vee-, markt- en jaarmarkten, handels- en landbouwtentoonstellingen evenals nieuw geopende winkels en bedrijven getuigden van een economische opbloei. Het toenemende verkeer had een negatieve invloed op het station dat wegens de door de oorlog verwoeste infrastructuur en vanwege de verminderde vraag, niet meer concurrerend was en afgebroken werd. In het stationsgebouw, dat de oorlog overleefde, bevindt zich vandaag het Streekmuseum (Heimatmuseum).

Het hoofdverkeer rijdt vandaag weer, zoals vroeger, in noord-zuid richting maar niet meer op sporen, maar op de in 1986 geopende autosnelweg aan de westkant van de stad. Na de gemeentefusies van 1977 groeide de kleine stad Sankt Vith tot een aanzienlijke gemeente want de tot 1795 zelfstandige gemeenten Recht, Lommersweiler, Schönberg en Crombach alsook het dorp Wallerode, werden bij Sankt Vith gevoegd. In het nieuwe gemeentehuis (in 1979 geopend) werd de eenheid van de gemeente zichtbaar.

Sinds de jaren 60 vormde de stad zich van een puur bedrijfscentrum meer en meer om tot ook een school- en dienstverleningscentrum: de ontwikkeling van de verschillende scholen, de vestiging van verschillende overheden, de ingebruikname van het sport- en vrijetijdscentrum, de verdere ontwikkeling van het ziekenhuis had niet enkel het aanbod vergroot maar ook nieuwe arbeidsplaatsen gecreëerd. De toeristische en economische troeven van ‘de hoofdstad van de Eifel’ zijn, naast de verbinding van de mensen met hun stad, met hun dorp, de garantie voor een gestegen levenskwaliteit waar men van houdt.

 

 

Die neue Schule

 

Bildergalerien